Hieronder krijgt U een stap-voor-stap handleiding van hoe ik de BURDA 7828 in mekaar zet. Er zijn ongetwijfeld andere en betere manieren. Ik hoor dan ook graag in de reacties hoe jullie het (zouden) doen en welke stappen voor verbetering vatbaar zijn.
NODIG
-patroon
Het patroon kan je hier bestellen of downloaden. Ik verkies de downloadmethode: je kan betalen met Paypal en het patroon onmiddellijk downloaden, printen, kleven en knippen.
Het patroon en de handleiding die je downloadt, komt in verschillende talen, waaronder Nederlands. Je kan het patroon ongetwijfeld ook bestellen bij je stoffen- of fourniturenwinkel.
- ongeveer 2 m tricot
- bijpassend garen (voor overlock en naaimachine)
- naaimachine
- tweelingnaald
- overlock
- vlieseline vormband/naadband
Bepaalde naden van tricot kledingsstukken mogen niet rekken (omdat ze dan gaan lubberen). Dit wordt tegengegaan door het gebruik van naadband (syn. vormband): een vlieseline bandje van 1 cm breed met in het midden een rij kettingsteken. Die steken zorgen voor stabiliteit, wat dus inhoudt dat de delen waar je deze vlieseline opstrijkt niet meer zullen/kunnen rekken. Deze vlieseline wordt typisch gebruikt bij de hals, schouders, armsgaten en ronde en schuine naden. Naadband vind je in je plaatselijke fourniturenwinkel, in de Veritas,... Ik koop die van mij per meter bij Mertens Mercerie.
KNIPPEN
-Ik maak dit model in een aangepaste versie: zonder striklint en zonder loszittend bovenvoorpand. Ik knip daarvoor het kleinste bovenvoorpand twee keer (patroondeel 2: linkervoorpand), met het tweede in spiegelbeeld van het eerste.
De bovenvoorpanden zitten dan vast in de naad boven/onderpand en niet in de zijnaad. Dit vormt geen enkel probleem.
-Alle patroondelen worden geknipt met 1 cm naadwaarde. Bij de onderkant voeg ik 6 cm zoom toe. Hoeveel jij toevoegt, hangt af van je lengte en van hoe lang je je jurk wil.
-Enkel de bovenvoorpanden worden niet op de stofvouw geknipt.
-Neem de volgende markeerpunten over: 'middenvoor' op beide bovenvoorpanden, 'midden' en 'voor' op mouw en 'voor' aan het armsgat van de bovenvoorpanden.
WERKEN MET TRICOT: TIPS
-Tricot wordt het best verwerkt met een overlock. Hierbij worden de stofranden netjes afgewerkt en zijn de naden elastisch.
-Heb je geen overlock, geen nood. Tricot rafelt niet, dus onafgewerkte randen zijn geen drama.
Let er echter wel op dat je, bij het gebruik van een gewone naaimachine, de naden steeds stikt met een stretchsteek (indien voorhanden op je machine) of een kleine zigzagsteek (steekbreedt 0,5).
Gebruik ook een speciale strectchnaald. Deze heeft een iets stompere punt, zodat de stof niet beschadigd raakt.
-Strijk je gestikte of geoverlockte naden altijd uit. Dit verstevigt het stiksel en komt de afwerkingsgraad van je kledij ten goede.
TWEELINGNAALD
-Een tricot rand zoom je best om met een tweelingnaald: het tweelingstiksel is immers elastisch en zo loop je niet het risico dat je stiksel kapot breekt bij te hard trekken. De bovenkant van het stiksel bestaat uit twee evenwijdige stiklijnen, terwijl aan de onderkant een zigzagsteek wordt gevormd.
-Soms ziet een tweelingstiksel er wat bobbelig uit na het naaien. Strijk je stiksel en dit verdwijnt als sneeuw voor de zon.
-In de handleiding van je naaimachine vind je terug hoe je met een tweelingnaald moet werken.
MEER TRICOTTIPS
Alle andere interessante links mag je hieronder gerust meegeven.
FLICKR POOL
In deze Flickrpool vind je inspiratie voor jouw Burda 7828. Vergeet ook niet jouw exemplaar erin te posten.
Voila, we kunnen van start gaan.
STAP 1. Versteviging van schoudernaden, hals- en borstranden
Je strijkt de naadband aan de verkeerde kant van de stof. Doe dit bij de schouderranden zo dat de stiklijn midden in de naadband komt te liggen.
Bij de hals en borst mag je de vlieseline tot net tegen de rand strijken. Dit komt dan precies overeen met een naadwaarde van 1 cm.
STAP 2. Bovenvoorpanden aan bovenachterpand bevestigen
STAP 3. Hals- en borstranden afboorden
Speld de bovenvoorpanden ter hoogte van de schouders aan het achterpand en naai ze vast. Strijk de naden uit.
Boord daarna de stofranden van hals en borst af met de overlock. Afboorden doe je met 3 draden en 1 naald. Je moet hier dus efkes je overlock herinstellen.
Begin onderaan het linkervoorpand en eindig onderaan het rechtervoorpand. Heb je geen overlock, sla deze stap dan over. Tricot rafelt immers niet.
STAP 4. Tweelingnaald
Strijk de randen van hals en borst 1 cm om en speld vast.
Zet de hals- en borstranden vast met de tweelingnaald. Gebruik hiervoor steeklengte 3. Kies de positie van je tweelingnaald zo dat het zigzagstiksel aan de achterkant net op de stofrand ligt en het omgestreken randje dus netjes vast komt te zitten. Strijk je stiksel. Heb je geen overlock, zorg dan dat je stofrand onder het zigzagstiksel terechtkomt.
Nu je met de tweelingnaald bezig bent, is het de moment om ook de onderrand van de mouwen af te werken. De mouwen werden op de stofvouw geknipt. Strijk de vouw en zet de twee lagen vast met de tweelingnaald. Gebruik ook hier steeklengte 3. Strijk je stiksel.
Let er op dat het evenwijdige stiksel bij beide mouwen aan de bovenkant komt te liggen (je hebt beide mouwen immers in spiegelbeeld geknipt!).
Leg de mouwen nadien weer even aan de kant.
STAP 5. Bovenpand aan onderpand bevestigen
Leg beide bovenvoorpanden, met de goede kant naar boven, op mekaar zodat de markeerpunten 'middenvoor' op mekaar komen te liggen en speld beide panden over de gehele rand aan mekaar vast. Je kan hierbij kiezen of het rechtse of linkse bovenvoorpand langsonder ligt.
Markeer middenvoor op je ondervoorpand en speld bovenvoorpand en ondervoorpand op mekaar. Speld hierbij eerst beide middenvoors en de zijranden op mekaar. Speld dan ook de rest van de stof vast. Let er hier vooral goed bij op dat de schuine einden van beide bovenpanden goed vast zitten. Naai beide delen aan mekaar vast en strijk je naad.
Doe dan het zelfde met de achterpanden. Speld eerst middenachter en de zijranden van bovenachterpand en onderachterpand op mekaar en dan ook de ganse rand. Naai beide panden aan mekaar vast. Strijk de naad.
In principe is het mogelijk het achterpand uit 1 stuk te knippen. Plak beide patroondelen aan mekaar en markeer op je achterpand de plaats waar beide panden aan mekaar komen.
STAP 6. Zijnaden sluiten
Speld de zijnranden op mekaar. Zorg ervoor dat de dwarsnaden van voor- en achterpand netjes op mekaar komen te liggen. Naai beide panden aan mekaar vast en strijk de naad.
STAP 7. Mouwen
Tijd om de mouwen terug ter hand te nemen.
Leg de mouw met de goede kant (de kant met het evenwijdige tweelingstiksel) naar beneden op het bovenvoorpand. Speld het midden van de mouw op de schoudernaad en de markeertekens 'voor' van mouw en bovenvoorpand op mekaar.
Naai de mouw vast aan het bovenvoorpand. Met de overlock naai je de volledige cirkel rond. Zo wordt de okselrand nu ook netjes afgewerkt. Heb je geen overlock, naai dan gewoon de mouw vast aan het bovenvoorpand.
Vouw de mouw om met de goede kant naar buiten. Strijk de naad.
Strijk de okselrand 1 cm om en speld vast.
Zet de okselrand vast met de tweelingnaald. Start aan het einde van de mouw/bovenpand naad en eindig aan het begin. Je hoeft dus niet volledig rond te stikken. Het is de bedoeling dat de okselrand netjes vast komt te zitten.
Breng de draadjes naar de achterkant en knoop ze daar vast.
Herhaal voor de tweede mouw.
STAP 8. Zoom
Bepaal hoe lang je jurk moet zijn, strijk de zoom om en zet vast met de tweelingnaald.
Klaar.